Je ademt elke dag, de hele dag door, lucht in. Het merendeel van je tijd breng je door in je huis of op kantoor, en dus zorg je maar beter voor dat de binnenlucht gezond is. Gezond, dat betekent zonder kwalijke stoffen, maar ook met de juiste luchtvochtigheid.
De lucht die je in- en uitademt bestaat voor het merendeel uit stikstof en zuurstof. Verder bevat de lucht sporen van edelgassen, koolzuurgas en waterdamp natuurlijk. De hoeveelheid waterdamp in de lucht – iets dat sterk kan schommelen – noemen we de relatieve luchtvochtigheid. Een goeie verhouding is belangrijk voor jouw gezondheid en die van je huis.
Hangt er te veel water in de lucht? Dat leidt vroeg of laat tot vochtproblemen. Denk aan schimmelvorming, condensatie en muffe geurtjes. Reken eveneens op meer huisstofmijten, want die houden van een vochtig binnenklimaat …
Te nat is niet ideaal, maar droge lucht zul je wellicht evenmin aangenaam vinden. Klachten die met een te lage luchtvochtigheid worden geassocieerd zijn droge keel, prikkelhoest, droge huid, gebarsten lippen, … Je kunt er zelfs hoofdpijn en concentratieproblemen van krijgen.
De relatieve luchtvochtigheid in je woning moet tussen de 40 en 60 procent liggen.
Zowat alles wat je in huis doet, heeft een impact op de luchtvochtigheid. Je kunt de luchtvochtigheid verhogen door waterdamp te produceren, bijvoorbeeld door te koken of een douche te nemen. Maar erg praktisch en doelgericht is dat natuurlijk niet. Zo lukt het beter: