Bij ventilatie kennen we twee soorten verbruik:
• Het elektrische verbruik van de ventilator(en) van de ventilatie unit
• Het verbruik om het verlies aan warmte in de woning door te ventileren te compenseren.
Bij systeem C gebeurt de toevoer van verse lucht via roosters in muren of ramen en de afvoer in natte ruimtes via een ventilator. De enige elektrische kost bij een systeem C is het verbruik van die ventilator. Een minpunt aan een systeem C is dat de buitenlucht in de herfst en vooral de winter onverwarmd en in de zomer ongekoeld binnenstroomt. Om deze afkoeling in de winter te compenseren moet de woning meer worden verwarmd. In de zomer moet het (indien aanwezig) koelsysteem juist intensiever draaien, wat resulteert in een hogere elektriciteitsfactuur.
Bij een systeem D gebeuren zowel de toevoer van verse lucht als de afvoer van gebruikte lucht helemaal mechanisch. Dat betekent dat er twee ventilatoren zijn die inderdaad meer verbruiken dan één ventilator. Maar dit weegt niet op tegen het grote voordeel van warmteterugwinning. Bij een systeem D met warmteterugwinning wordt de warmte van de afgezogen binnenlucht afgegeven aan de aangezogen buitenlucht. U hoeft dus maar zeer beperkt bij te verwarmen ter compensatie. In de zomer gebeurt het omgekeerde. De warme buitenlucht die binnenstroomt wordt eerst afgekoeld door de koelere binnenlucht.