Er bestaan verschillende types vloerverwarming. Een droog systeem is een systeem dat geen gebruik maakt van een chape of cementdekvloer. Het systeem voorziet een droogsysteemplaat met voorgevormde sleuven waarin de verwarmingsbuizen passen. In dit artikel zetten we de troeven van zo’n droogsysteem op een rijtje.
Weinig mensen weten waarin droge en natte systemen van elkaar verschillen. Het is nochtans niet zo ingewikkeld. Bij een natsysteem wordt de chape voorzien na het leggen van de vloerverwarmingsbuizen. Bij het droge systeem worden de buizen daarentegen in voorgevormde isolatieplaten geplaatst. Er is geen dekvloer nodig. De isolatielaag van het droge systeem voorkomt warmteverliezen maakt het tegelijkertijd gemakkelijker om de buizen op regelmatige afstand van elkaar te plaatsen.
Almaar meer mensen kiezen voor vloerverwarming met een droog systeem. Er zijn dan ook heel wat voordelen aan verbonden
Droge systemen worden vooral geïntegreerd in renovatieprojecten met een lage opbouwhoogte. Als je voor een nat systeem kiest, heb je al gauw een opbouwhoogte van 18 à 20 centimeter nodig. In oudere woningen is dat vaak niet haalbaar. Met een uitzonderlijk lage opbouwhoogte van om en bij de vijf centimeter is het droge systeem beter geschikt voor renovatieprojecten. Ook in nieuwbouwwoningen met een houtskelet is een droogsysteem wellicht de beste keuze.
Je kan de vloerafwerking rechtstreeks op de droogsysteemplaat monteren. Zowel tegelvloeren als parketvloeren behoren tot de mogelijkheden. Kies je voor een tegelvloer, dan moet je rekening houden met de volgende afmetingen: niet kleiner dan 15x15 centimeter en niet groter dan 45x45 centimeter. Parket installeer je ‘zwevend’.